Evaluatie migratie en ontwikkelingsbeleid

gepubliceerd: 11-10-2018

Over het algemeen heerst er overeenstemming dat wanneer migratie goed wordt “gemanaged”, het positieve effecten kan hebben voor zowel land van herkomst, land van bestemming, als de migrant zelf.

Het Nederlandse beleid ten aanzien van migratie en ontwikkeling is erop gericht de positieve effecten voor herkomstlanden te maximaliseren.

Hierbij is bijvoorbeeld aandacht voor de rol van geldovermakingen van migranten naar familieleden in het land van herkomst (remittances), voor tijdelijke terugkeerprojecten waarbij migranten die in Nederland wonen hun kennis en vaardigheden kunnen inzetten voor projecten in hun herkomstland, en voor ondersteuning bij terugkeer voor ex-asielzoekers, bijvoorbeeld bij het opzetten van een eigen bedrijf wanneer zij zich weer in hun herkomstland vestigen. In opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft Panteia samen met Universiteit Maastricht in 2012 de beleidsevaluatie Migratie en Ontwikkeling uitgevoerd.

De beleidsnotitie ‘Internationale Migratie en Ontwikkeling 2008’ beschrijft het Nederlandse migratie- en ontwikkelingsbeleid sinds 2008. Het beleidsprogramma bestaat sindsdien uit zes prioriteiten:

  • stimuleren van duurzame terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers in het land van herkomst;
  • stimuleren van circulaire arbeidsmigratie / brain gain;
  • versterken van betrokkenheid van diasporaorganisaties bij ontwikkeling;
  • institutionele ontwikkeling en capaciteitsversterking op het gebied van migratiemanagement;
  • het versterken van de relatie tussen geldovermakingen en ontwikkeling;
  • meer aandacht voor migratie in ontwikkelingsbeleid en voor ontwikkeling in migratiebeleid.

De evaluatie van het Nederlandse Migratie- en Ontwikkelingsbeleid bestond uit uitgebreid literatuuronderzoek, interviews met beleidsmakers, wetenschappers en betrokkenen van NGO’s en internationale organisaties (zoals IOM) en een vijftal casestudies gericht op specifieke projecten en activiteiten. Panteia werkte in deze evaluatie samen met de Maastricht Graduate School of Governance en Professor Ronald Skeldon van het Sussex Centre for Migration Research.

Per beleidsprioriteit zijn conclusies getrokken over of het aannemelijk is dat de uitgevoerde activiteiten bijdragen aan het verwezenlijken van de prioriteiten. Het meten van daadwerkelijke effecten was niet mogelijk, omdat veel van de activiteiten pas op langere termijn effect sorteren, en er bovendien vaak geen vooraf vastgestelde effectinidicatoren waren. Er is daarom gekozen voor een theory-based benadering, waarbij werd bezien of de activiteiten in lijn waren met de bestaande inzichten uit de literatuur, en er dus van mocht worden verwacht dat ze effectief zouden zijn. De conclusies leveren een rijk geschakeerd beeld op van succesvolle en minder succesvolle programma’s. Er worden ook aanbevelingen gedaan om het migratie- en ontwikkelingsbeleid nog effectiever te maken.

Neem contact op

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? We staan u graag te woord.

Bel ons op: 079-322 20 00