Georganiseerd op weg in de eerste lijn

gepubliceerd: 11-10-2018

Het ZonMw programma ‘Op één lijn’ subsidieerde projecten bij het opzetten en/of versterken van samenwerkingsverbanden in en rond de eerste lijn.

Het programma werd begeleid door een wetenschappelijk onderzoek naar factoren die een rol spelen bij het tot stand komen van een goede samenwerking tussen verschillende partijen en organisaties in de eerstelijns gezondheidszorg.
 
Programma Op één lijn

Het doel van het ZonMw-programma ‘Op één lijn’ is versterking van de organisatiekracht van de eerste lijn. Er is meer organisatie(ontwikkeling) nodig om het hoofd te kunnen bieden aan de toenemende zorgvraag van ouderen en chronisch zieken en goede preventiezorg te organiseren. De eerste lijn bestaat vooral uit kleinschalige praktijken die nog te weinig samenwerken met andere sectoren zoals de welzijnssector en de openbare gezondheidszorg.

Het ZonMw-programma Op één lijn subsidieerde projecten met een grote variatie in patiënten-doelgroepen, betrokken zorgverleners en andere partners. De rode draad in alle projecten was versterking van organisatieontwikkeling, ten behoeve van samenwerking in een geïntegreerde eerste lijn.

Het SMOEL consortium onderzocht 67 projecten die subsidie ontvingen in het kader van het ZonMw-programma. De focus van het onderzoek was begeleidend te onderzoeken of en hoe organisatieontwikkeling tot stand kwam en onder welke condities. Dat is vanuit verschillende perspectieven en met een combinatie van onderzoeksmethoden gedaan. Interviews vonden plaats met projectleiders en stuurgroepleden van de projecten, enquêtes vonden plaats onder zorgverleners en onder patiënten, observaties vonden plaats in een aantal case studies en ook de georganiseerde feedbackbijeenkomsten verschaften input voor het onderzoek. Steeds was de focus op organisatieontwikkeling en samenwerking en niet op inhoud van de bijeenkomsten, hoe interessant en belangrijk die ook waren.

Wat heeft het programma opgeleverd? 

De eerste conclusie is dat in de overgrote meerderheid van de projecten inderdaad organisatieontwikkeling en een grotere organisatiekracht is bereikt. 70% van de projecten is volgens de betrokkenen na afloop van de ZonMw-subsidie op structurele basis voortgezet. 32% van de projecten heeft de gestelde doelen bereikt. De overgrote meerderheid van de zorgprofessionals (83%) was overtuigd van de meerwaarde van het project. Patiënten merken minder van de resultaten van het project – slechts een kwart van de patiënten ervoer verbetering van de samenwerking tussen zorgverleners.

Dat zoveel projecten worden doorgezet heeft mogelijk te maken met het feit dat bij het overgrote deel van de projecten de betrokken partners voordien al samenwerkten en dit binnen een hechte omgeving waarin weinig onderlinge concurrentie wordt ervaren. Investeringen in een samenwerkingsstructuur en bestuurlijke ontwikkeling dienen dan ook vooraf te gaan aan investeringen in projecten en instrumenten. Dit verklaart de grote variatie tussen projecten. Aan de ene kant van het spectrum zijn er projecten die op alle aspecten positief scoren. Er is sprake van succes, zowel in de ogen stuurgroepleden, projectleiders, de zorgprofessionals en de patiënten. Aan de andere kant zijn er ook enkele projecten die veel investeren in projectmanagement, maar de bestuurlijke ontwikkeling missen. In deze projecten is de kans dat zij hun doelen bereiken geringer. Deze projecten scoren hoog in de ogen van de projectleiding, maar zorgprofessionals en patiënten merkten weinig van de samenwerking.

In het rapport zijn op basis van de bevindingen lessen voor organisatieontwikkeling beschreven.

Neem contact op

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? We staan u graag te woord.

Bel ons op: 079-322 20 00