gepubliceerd: 18-01-2021
De binnenvaartsector gaat meer onkosten kennen in het jaar 2021. Wel zijn er verschillen tussen de scheepstypen, -grootteklassen en inzetpatronen. Schepen die relatief veel vaaruren maken, bijvoorbeeld degenen die actief zijn in het internationale transport en volcontinu varen, kennen een grotere kostenstijging dan de schepen op de binnenlandse markt. Dit alles hangt samen met naar verwachting hogere kosten voor brandstof in 2021. Niet alleen wordt verwacht dat de olieprijs stijgt, ook neemt de verwijderingsbijdrage voor het olie- en vethoudend afval toe. Dit en meer blijkt uit de kostenrapportages voor de binnenvaart die recent zijn geactualiseerd door Panteia in opdracht van het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart.
COVID-19 jaar bracht een kostendaling, voornamelijk door lagere voortstuwingskosten
In 2020 namen de kosten voor binnenvaartondernemingen juist af. Deze daling was voornamelijk het gevolg van lagere voortstuwingskosten; de gasolieprijzen lagen gemiddeld 16,7% onder het niveau van 2019. Hoewel kosten voor arbeid, verzekeringen en reparatie en onderhoud juist toenamen, kon de stijging bij deze categorieën niet verhinderen dat het totale kostenniveau daalde. De kostendaling varieerde van -0,6% tot -7,3%, afhankelijk van het type schip, het geografische gebied waarin het schip actief is en de exploitatiewijze. In het bouwstoffenvervoer daalden de kosten met -1,6% tot -4,4%.
Kapitaalintensieve schepen die relatief veel vaaruren maken, bijvoorbeeld grote tankers en containerschepen actief in de Rijnvaart, kenden de grootste kostendaling, ook doordat de kapitaallasten daalden. Worden brandstofkosten buiten beschouwing gelaten, dan was een kostenstijging waarneembaar van +0,6% tot +2,4%.
2021 kent een beperkte kostenstijging voor alle type schepen
Voor 2021 wordt een stijging van de kosten voor vervoer per binnenvaartschip verwacht. Dit hangt samen met een kostenstijging van vrijwel alle kostenposten, op kapitaalkosten na. Er wordt een kostenstijging verwacht, variërend van +1,5% tot +2,6%. In het bouwstoffenvervoer gaat het om een stijging van +1,7% tot +2,5%.
Hierbij geldt dat schepen in de internationale markten een grotere kostenstijging kennen dan schepen actief op de binnenlandse markt, door de relatief sterk stijgende brandstofprijzen (+4,7%). Bij vervoer over korte afstanden zijn de arbeidskosten veelal bepalend voor de uiteindelijke prijs van het vervoer, terwijl bij langere afstanden het aandeel van de brandstofkosten in de totale kosten juist toeneemt. De arbeidskosten stijgen al jaren in de binnenvaart door het toenemende personeelstekort. Naast de arbeidskosten stijgen ook de kosten voor personeel en reparatie en onderhoud.
In de binnenvaart wordt gebruik gemaakt van diverse contractvormen. Binnenvaartondernemers die hun schip verhuurd hebben langdurige vervoerscontracten kennen, krijgen opslag op de afgesproken prijs afhankelijk van de hoogte van de brandstofprijzen. Voor hen is de kostenontwikkeling exclusief brandstof van belang. Daar zien we voor het komende jaar een stijging: van minimaal 1,5% tot maximaal 2,0%.
Rapporten
In samenwerking met het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart zijn de rapporten beschikbaar gekomen. De rapporten kunnen worden besteld via de webshop van Panteia, via e-mail (w.mars@panteia.nl) of per telefoon (079 322 23 89).
Er is een algemeen rapport beschikbaar waarin doorrekeningen zijn gemaakt voor diverse segmenten (motorvrachtvaart, duwvaart, tankvaart, containervaart, koppelverbanden). Daarnaast zijn er gedetailleerde rapporten beschikbaar over de zand- en grindvaart en de tankvaart. Deze rapporten beschrijven de kostenstructuur in absolute bedragen en de (verwachte) ontwikkeling voor de deelmarkt.
Heeft u vragen of wilt u meer informatie? We staan u graag te woord.
Bel ons op: 079-322 20 00