gepubliceerd: 30-09-2020
De Centrale Rijnvaartcommissie (CCR) heeft afgelopen week het nieuwe marktobservatierapport voor de binnenvaart uitgebracht. In dit rapport worden de belangrijkste inzichten met betrekking tot de markt in de binnenvaart gedeeld. Panteia draagt jaarlijks bij aan dit rapport in de vorm van capaciteitsmonitoring, een analyse van de vrachtprijzen en inzichten in de vervoerde volumes op Nederlandse vaarwegen. Hieronder geven wij in het kort de belangrijkste conclusies weer van het rapport.
Volumes op de vaarwegen
In het marktobservatierapport wordt gerapporteerd over de transportvolumes op Nederlandse vaarwegen. Over de Waal wordt de meeste lading vervoerd; 131 miljoen ton in 2019. Dit was drie procent hoger dan het voorgaande jaar. Andere belangrijke vaarwegen zijn het Hollandsch Diep (verbinding Rotterdam – Antwerpen en Antwerpen – Rijn) waarover 106 miljoen ton lading vervoerd werd. Eén jaar eerder bedroeg dit nog 108 miljoen ton. Het Amsterdam-Rijnkanaal (70 miljoen ton, -4% door de afname van kolen) en het Schelde-Rijnkanaal (67 miljoen ton, -3%) zijn ook belangrijke vaarwegen. Het transport nam het meeste toe op het Maas-Waalkanaal (van 13 naar 19 miljoen ton) en de IJssel (van 10 naar 12 miljoen ton), vooral door gunstigere waterstanden.
Capaciteitsmonitoring
Ook wordt gerapporteerd over de verhouding tussen vraag en aanbod van scheepscapaciteit. Hierbij wordt de situatie beschreven in het voorgaande jaar, doordat gebruik gemaakt moet worden van transportstatistiek die pas laat beschikbaar komt. Daarnaast wordt het capaciteitsmodel gevoed met gegevens over de waterstanden op de Rijn, het aanbod van schepen in de Rijnoeverstaten en reisdetails – vooral transportafstanden en de tijd die benodigd is voor overslag. Op deze wijze kan door de jaren heen op een consistente wijze gemonitord worden in welke mate de scheepscapaciteit in de pas loopt met de behoefte aan transport. Dit doen wij voor zowel de droge lading als de natte bulk.
In 2019 nam zowel het aantal drogeladingschepen (+1%) als het laadvermogen (+3%) toe. De vloot groeide dus, terwijl de vraag naar transport afnam door de energietransitie en mondiale handelsspanningen afnam. De benuttingsgraad van de vloot daalde dus. Deze was in het jaar 2018 nog op een hoogtepunt, met name door de langdurige lage waterstanden op de Rijn. De gemiddelde benuttingsgraad daalde het sterkst voor schepen met een laadvermogen van meer dan 2.000 ton. De belangrijkste redenen hiervoor zijn de kwetsbaarheid van deze schepen voor extreme wateromstandigheden – bij laagwater neemt de transportvraag voor deze schepen het sterkst toe – alsmede het grote aandeel van deze schepen bij het transport van kolen en erts, dat juist terugliep. Voor kleine en middelgrote schepen (schepen van de grootteklasse < 1.000 ton en de grootteklasse 1.000 tot 2.000 ton), daalde de benuttingsgraad minder sterk. Deze schepen zijn over het algemeen goed aangepast aan het bevaren van de Nederlandse of Duitse kanalen met aanzienlijke diepgangbeperkingen.
De tankvaartvloot kromp in 2019 door het uitfaseren van de laatste enkelwandige tankers. Het totale laadvermogen nam echter licht toe, doordat nieuwe, grote, dubbelwandige tankers in de vaart gebracht zijn. Door het uitblijven van laagwater in 2019 daalde benuttingsgraad van de tankvloot met negen procentpunten van 85% naar 76%. De belangrijkste reden voor deze daling was het uitblijven van perioden met laagwater in 2019. Het hele jaar waren er tamelijk goede vaaromstandigheden op de Rijn. Het laadvermogen van tankschepen kon maximaal tot vrijwel maximaal worden benut. Dit in tegenstelling tot 2018, toen er gedurende een groot deel van het jaar lage waterstanden heersten, waardoor de benuttingsgraad van de tankvloot zeer hoog kwam te liggen.
Vrachtprijsontwikkeling in de droge ladingvaart
De vrachtprijzen voor het vervoer van droge lading bleef gedurende een groot deel van 2019 op het meerjarige gemiddelde. Eind 2019 en begin 2020 daalden de vrachtprijzen voor droge lading op de Beneden- en Middenrijn aanzienlijk. Een belangrijke oorzaak was het hoogwater aan het eind van 2019 en begin 2020. Een andere reden was de verslechterende conjunctuur, waardoor de vraag en vrachtprijzen afnamen. Dit geldt vooral voor de Beneden-Rijn, waar de afname van het vervoer van kolen en ijzererts de vrachtprijzen sterk onder druk zette.
De vrachtprijzen kwamen in het tweede kwartaal van 2020 sterker onder druk te staan door de COVID-19 crisis. Hierdoor nam de vraag naar met name ertsen en metaalproducten sterk af. Ook werden mondiale handelsstromen verstoord, vooral ten aanzien van landbouwproducten. In totaal zijn de vrachtprijzen met circa 25% gezakt ten opzichte van het voorgaande jaar.
Heeft u vragen of wilt u meer informatie? We staan u graag te woord.
Bel ons op: 079-322 20 00