Quick scan: Beter benutten van deeltijdwerkers in Zuid-Holland

gepubliceerd: 10-12-2020

Een van de doelstellingen van het Human Capital Akkoord Zuid-Holland is deeltijdwerkers meer uren te laten werken.  In de praktijk blijkt dat echter lastig te zijn. Om inzicht te krijgen in de stimulerende en belemmerende factoren op dit gebied én de mogelijkheden om invloed op die factoren uit te oefenen, heeft Panteia in opdracht van de provincie en de Economic Board Zuid-Holland een quick scan uitgevoerd. Deze bestond uit landelijke deskresearch en verdiepende (regionale) interviews.

Het aandeel deeltijdwerkers in de werkzame beroepsbevolking toont een stijgende tendens. Door de afname van het aantal gewerkte uren als gevolg van corona is tijdelijk sprake van een toename van het aandeel deeltijdwerkers dat meer uren wil werken. Trendmatig laat dit aandeel echter een daling zien. Tegelijkertijd neemt het aandeel deeltijdwerkers dat minder uren wil werken juist toe.

Voor het beter benutten van deeltijdwerkers is allereerst een bewustwordingsproces nodig. Zowel werkgevers als deeltijdwerkers moeten doordrongen worden van het (eigen én maatschappelijk) belang van het ‘opplussen’ van deeltijdcontracten. Goede voorlichting is in dezen van groot belang. Vervolgens dienen werkgevers en deeltijdwerkers – structureel – met elkaar in gesprek te gaan over de mogelijkheden en ambities op dit gebied. Dat gesprek vindt op dit moment nog veel te weinig plaats. Daardoor weten werkgevers en deeltijdwerkers vaak niet van elkaar hoe men tegenover meer uren werken staat. Om vervolgens te bevorderen dat deeltijdwerkers daadwerkelijk meer uren (kunnen) gaan werken zijn verschillende (beleids)interventies denkbaar. Deze liggen onder meer op het gebied van scholing, de organisatie van het werk (bijvoorbeeld het combineren van verschillende werkzaamheden in één baan) en het beter kunnen inpassen van het werk in de privésituatie.

Daarbij is er niet één panacee. De meest effectieve aanpak bestaat uit een combinatie van interventies. Die zal per sector (en per persoon) verschillen. Verder zal het vizier niet alleen op ‘kleine’ deeltijdwerkers (met een contract van minder dan 12 uur per week, de oorspronkelijke doelgroep in het Human Capital Akkoord) maar ook op ‘middelgrote’ deeltijdwerkers (12-24 uur per week) gericht moeten zijn. De eerste groep, waaronder veel scholieren en studenten, kiest vaak heel bewust voor een klein aantal uren.

De meeste winst lijkt te halen in sectoren/beroepen met veel deeltijdwerkers (zoals schoonmaak, logistiek, onderwijs, zorg etc.). Maar ook in de economische speerpuntsectoren (haven in transitie, feeding & greening, megacities, cybersecurity, life sciences & health en smart industry), met naar verhouding veel minder deeltijdwerkers, verdient het opplussen van deeltijdcontracten aandacht. Meer nog is in de speerpuntsectoren echter aandacht nodig voor de groep werkenden die minder uren willen werken. Als niet naar deze groep wordt geluisterd, kiezen ze voor andere sectoren en mogelijk zelfs voor een baan buiten de provincie.

De bal ligt bij dit alles primair bij de sectoren zelf. De rol van het Rijk en de provincie en Economic Board Zuid-Holland in dezen is vooral stimuleren en impulsen geven.

Hier leest u het gehele rapport. 

Neem contact op

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? We staan u graag te woord.

Bel ons op: 079-322 20 00