Verjonging van ledenbestand verenigingen gaat moeizaam

gepubliceerd: 11-10-2018

Meer dan de helft van de verenigingen – waaronder branche- en beroepsorganisaties - geeft aan te worstelen met hoe zij jongere ondernemers bij de vereniging moeten betrekken. Dit blijkt uit een internetenquête van Panteia onder 196 vereniging.

Hoe toekomstbestendig zijn verenigingen? De verenigingen zijn behoorlijk conjunctuurbestendig. Het instroompercentage van nieuwe betalende leden was in 2012 6,3 procent, het uitstroompercentage 5,7 procent. Gemiddeld genomen is het aantal betalende leden dus nog toegenomen in 2012. De bevraagde verenigingen vinden dat zij in dit opzicht beter zijn in het vasthouden van nieuwe leden dan in werven van leden. Het is dan ook de vraag hoe toekomstbestendig deze verenigingen zijn. Ruim één op de vijf verenigingen zegt goed te zijn in het werven van nieuwe leden en 37 procent zegt op dit punt slecht tot matig te presteren. Voor verjonging van het ledenbestand heeft ongeveer een kwart van de verenigingen een speciale sectie voor jongere leden. Een derde van de verenigingen geeft aan speciale activiteiten gericht op jongeren te ontplooien. Meer dan de helft van de verenigingen geeft aan te worstelen met de manier waarop zij jongere ondernemers bij de vereniging kunnen betrekken. Het bedenken van nieuwe lidmaatschap- en verdienmodellen is daarbij een aspect waar meer dan de helft van de verenigingen zichzelf slecht tot matig op vindt presteren.

Ledenbestand verenigingen wordt gedomineerd door generatie X Het aandeel van de Generatie X (30 tot 50 jarigen) onder de leden is met 45 procent het grootste, gevolgd door de Babyboomers (50 jaar en ouder) met 41 procent. Ook de instroom van nieuwe leden wordt gedomineerd door de Generatie X (aandeel van 51 procent), hoewel de Generatie YZ (jonger dan 30 jaar) al een aandeel van 22 procent heeft. De uitstroom van leden bestaat voor 48 procent uit Babyboomers, maar ook voor 15 procent uit de generatie YZ. In de organisatie van de verenigingen domineren de Babyboomers. Hoewel de medewerkers van de bureaus van de verenigingen gemiddeld genomen iets jonger van samenstelling zijn dan de leden, geldt dit niet voor de algemeen besturen. De Babyboomers bezetten nog 56 procent van de plekken en de Generatie YZ is in de 'boardroom' nog nauwelijks aanwezig.

Toegevoegde waarde van lidmaatschap niet vanzelfsprekend Maar één procent van de verenigingen geeft aan uitstekend de toegevoegde waarde van het lidmaatschap te kunnen overbrengen en iets minder dan één derde vindt zich hier goed in. Lang niet alle verenigingen die van mening zijn duidelijke strategische keuzes te hebben gemaakt, slagen er ook in dit goed over het voetlicht bij de leden te krijgen. Toch vinden de verenigingen dat zij moderne communicatiemiddelen hiervoor goed gebruiken. 84 procent van de verenigingen heeft een afgeschermd gedeelte van de eigen website voor leden, 75 procent is actief op Twitter en 65 procent heeft één of meer LinkedIn-groepen. De toegevoegde waarde van het afgeschermde gedeelte van de website voor leden, wordt als hoog ervaren. Op dit moment maakt één op de vijf verenigingen gebruik van een eigen community op internet. Degenen die dit doen zijn hier wel zeer enthousiast over en beoordelen de toegevoegde waarde hiervan nog hoger dan een afgeschermd deel van de website voor leden.

Informatie In april dit jaar zijn twee succesvolle seminars voor verenigingen gehouden door Sarah Sladek (auteur van ‘The end of membership as we know it’). Centrale vraag van deze seminars was: hoe toekomstbestendig zijn verenigingen en zijn ze klaar voor de Generatie XYZ? In samenwerking met VM heeft Panteia als follow up een internetenquête opgesteld om de huidige situatie bij Nederlandse verenigingen in kaart te brengen. 196 verenigingen hebben de internetvragenlijst volledig ingevuld. Een artikel over de resultaten is opgenomen in het juni nummer van tijdschrift VM dat deze week verschijnt.

Neem contact op

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? We staan u graag te woord.

Bel ons op: 079-322 20 00