Evaluatie Social Impact Bond 'Werk na Detentie'

Wanneer iemand zijn vrijheidsstraf heeft uitgezeten, is het van groot belang dat de betrokkene uit de criminaliteit blijft. Er bestaat daarom structureel aandacht voor de preventie van terugval. Zo zijn er verschillende organisaties en programma’s die gedetineerden na hun straf ondersteunen en op weg helpen. Terugval wordt verder periodiek gemonitord met de recidivemonitor van WODC.

 

In 2016 zijn het ministerie van Justitie en Veiligheid, ABN AMRO, Start FoundationOranje Fonds en Social Impact Fonds samen met Work Wise Direct met de interventie ‘Werk na detentie’ begonnen. Deze interventie is als een Social Impact Bond (SIB) opgezet. Bij een SIB investeren een of meerdere private organisaties in een maatschappelijk probleem, zoals criminaliteit. Indien de investering leidt tot bepaalde (vooraf vastgestelde) resultaten, krijgen de investeerders (een deel van) het geld terug van de overheid.

Voor de interventie ‘Werk na detentie’ bood Work-wise Direct 119 ex-gedetineerden hulp en intensieve begeleiding aan, gedurende een periode van in totaal bijna 2 jaar. Het ging hierbij om ex-gedetineerden die een straf van maximaal 12 maanden hadden afgerond. De interventie was niet beperkt tot hulp en begeleiding bij het vinden van werk, maar ook op het gebied van wonen, schulden en zorg. Start Foundation, ABN AMRO en Oranje Fonds hebben de voorfinanciering voor deze interventie geleverd (1,2 miljoen euro). Een belangrijke ambitie van deze interventie was dat ex-gedetineerden meer en vaker zouden werken. De ambitie aan het begin van het traject was behoorlijk hoog: het aandeel deelnemers dat in de eerste 2 jaar na detentie minstens 50% van de tijd betaald werk zou hebben, zou 40 procentpunt hoger moeten zijn dan in een vergelijkbare controlegroep. Een andere ambitie was dat, 2 jaar na detentie, de recidive met 10% verminderd zou worden. De mate waarin deze ambities gerealiseerd zouden worden, bepaalde de mate waarin het ministerie van V&J de investeerders zou terugbetalen. Dit maakte een goede en [INVALID]ieve evaluatie extra belangrijk.

 

Interventie door Panteia en WODC geëvalueerd

Panteia en WODC hebben de effectevaluatie van deze interventie uitgevoerd. Panteia heeft CBS data over ontvangen lonen en uitkeringen van alle deelnemers aan het project gebruikt om de arbeidsdeelname en het gebruik van uitkeringen door alle deelnemers te bepalen. Voor een goede evaluatie moet een vergelijking met een controlegroep gemaakt worden: alleen dan kan bepaald worden of de arbeidsdeelname van de deelnemers verbeterd dankzij het project. Om dit mogelijk te maken heeft het WODC een controlegroep samengesteld van ruim 100 ex-gedetineerden die niet aan het project mee hebben gedaan. Panteia heeft vervolgens de arbeidsdeelname en het gebruik van uitkeringen door de leden van de controlegroep bepaald en vergeleken met die van deelnemers van het project die aan mensen uit de controlegroep konden worden gekoppeld. Het WODC heeft de recidive van de (gekoppelde) deelnemers en de controlegroep in beeld gebracht.

 

‘Werk na detentie’ heeft significant positief effect op arbeidsdeelname gehad, maar ambities zijn niet gehaald

Het onderzoek van Panteia en WODC laat zien dat de personen in de controlegroep in de eerste twee jaar na detentie gemiddeld genomen 1,5 maand gewerkt hebben (voor 24 uur per week of meer). In diezelfde periode hebben de gekoppelde deelnemers aan de interventie ‘Werk na detentie’ gemiddeld 3,5 maand gewerkt (voor 24 uur per week of meer). Dit is meer dan het dubbele ten opzichte van de personen uit de controlegroep en dit verschil is statistisch significant. De interventie heeft dus, zoals vooraf verwacht, ervoor gezorgd dat ex-gedetineerden meer en/of vaker zijn gaan werken. Het effect is echter niet zo groot dat de vooraf gestelde ambitie is gehaald. Een van de verklaringen hiervoor is dat de vooraf geformuleerde ambitie wel erg ambitieus was.

 

De tweede ambitie was om de recidive onder ex-gedetineerden te verlagen. De resultaten van het huidige onderzoek tonen niet aan dat deze doelstelling behaald is. De recidive (na 1, 2 en 3 jaar) onder de gekoppelde deelnemers is weliswaar lager dan onder de mensen uit de controlegroep, maar deze verschillen zijn statistisch gezien niet significant.

 

Het onderzoek heeft daarnaast aanwijzingen opgeleverd dat de interventie een positieve invloed op de zelfredzaamheid van de deelnemers heeft gehad. Dit zou een belangrijke positieve bijdrage van de interventie kunnen zijn, maar het was niet mogelijk om dit verder te onderzoeken.

 

Aanbevelingen voor toekomstige Social Impact Bonds

Bij de aanvang van dit project was er nog niet veel ervaring in Nederland met het werken via Social Impact Bonds. Een belangrijk nevendoel van dit project was dan ook om hier meer ervaring mee op te doen. In dit opzicht is dit een geslaagd project geweest. Op basis van de ervaringen die we tijdens de effectevaluatie hebben opgedaan, hebben we een aantal verbetersuggesties voor toekomstige SIBs geformuleerd.

 

Dit project had meerdere doelstellingen, maar over sommige doelstellingen (met name het verbeteren van de zelfredzaamheid van de deelnemers) waren geen onderzoeksvragen geformuleerd en zijn er geen indicatoren over verzameld. Hierdoor hebben we een deel van de mogelijke maatschappelijke baten van deze interventie niet kunnen bepalen. Een eerste verbetersuggestie is dan ook om in het vervolg indicatoren voor alle doelstellingen te verzamelen.

 

Een tweede verbetersuggestie is om een oplossing voor de btw-afdracht van een SIB te zoeken. De btw die investeerders bij een SIB moeten betalen vormt een flinke kostenpost, die negatief doorwerkt op de financiële aantrekkelijkheid van een SIB voor investeerders. Voor de maatschappelijke kosten/baten analyse speelt de btw-afdracht echter geen rol (de kosten voor de investeerders vormen baten voor de overheid). Het is dus mogelijk dat de maatschappelijke baten van een project hoger zijn dan de maatschappelijke kosten, maar dat het toch geen vervolg krijgt omdat de baten voor de investeerders niet voldoende zijn om de btw-kosten terug te verdienen.

 

Voor andere verbetersuggesties en meer informatie over dit onderzoek verwijzen we graag naar de verschillende factsheets en rapporten die Panteia (deels in samenwerking met het WODC) in het kader van deze evaluatie heeft opgeleverd, en naar de eindevaluatie door Bureau EMMA.

 

Neem contact op

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? We staan u graag te woord.

Bel ons op: 079-322 20 00